Uw vennootschap realiseert een winst (meerwaarde) ten gevolge van de verkoop van een investering? Laat die niet onmiddellijk belasten maar gespreid over verschillende jaren!
Vennootschappen waarin een meerwaarde wordt gerealiseerd ten gevolge van de verkoop van immateriële of materiële vaste activa, kunnen onder bepaalde voorwaarden kiezen om deze meerwaarde gespreid te laten belasten.
De gespreide belasting is enkel mogelijk voor een meerwaarde op een investering die minstens 5 jaar voor het beroep werd gebruikt. Men maakt een onderscheid tussen vrijwillig verwezenlijkte en gedwongen meerwaarden.
Voor de gespreide belasting van een vrijwillig verwezenlijkte meerwaarde dient er geherinvesteerd te worden ten belope van een bedrag gelijk aan de verkoopprijs van het verkochte actief. Voor de gespreide belasting van een gedwongen meerwaarde moet er een herbelegging gebeuren t.b.v. een bedrag gelijk aan de verkregen schadevergoeding.
De gerealiseerde meerwaarde wordt gespreid belast over de volgende boekjaren naar verhouding tot de afschrijvingen op de herbelegging. Als de herinvestering afgeschreven wordt over 10 jaar, zal de meerwaarde aldus gespreid belast worden over 10 jaar. De herbelegging dient te gebeuren in afschrijfbare materiële of immateriële vaste activa. Een investering in gronden komt dus niet in aanmerking. Bij de investering in een gebouwd onroerend goed zal de waarde van de grond begrepen in de aanschaffingsprijs buiten beschouwing moeten worden gelaten.
De activa moeten voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt. De activa waarin wordt herbelegd hoeven niet nieuw te zijn. Er kan herbelegd worden in meerdere activa. In dit geval vangt de gespreide belasting reeds aan in het belastbare tijdperk waarin voor de eerste keer wordt afgeschreven op herbeleggingsactiva.
Bij vrijwillig verwezenlijkte meerwaarden geldt er een herbeleggingstermijn van 3 jaar, dat aanvangt op de eerste dag van het belastbare tijdperk waarin de meerwaarde is verwezenlijkt. Voor een herbelegging in een gebouwd onroerend goed, bedraagt de herbeleggingstermijn 5 jaar. Deze verlengde termijn vangt aan, ofwel op de eerste dag van het belastbare tijdperk waarin de meerwaarde is verwezenlijkt, ofwel op de eerste dag van het voorlaatste belastbare tijdperk dat aan de verwezenlijking van de meerwaarde voorafgaat. Bij gedwongen meerwaarden geldt er een herbeleggingstermijn van 3 jaar, die verstrijkt 3 jaar na het einde van het belastbare tijdperk waarin de schadevergoeding is ontvangen.
Aan het stelsel van gespreide belasting van een meerwaarde zijn een aantal formaliteiten verbonden. Er moet voldaan zijn aan de onaantastbaarheidsvoorwaarde. Dit betekent dat de meerwaarde boekhoudkundig op één of meer afzonderlijke rekeningen van het passief moet worden geboekt en blijven. Ook moet er een opgave 276 K worden toegevoegd bij de aangifte vennootschapsbelasting.
Ten gevolge van de hervorming van de vennootschapsbelasting, is het stelsel van de gespreide meerwaarde extra voordelig. Door de daling van de vennootschapstarieven kan de meerwaarde gespreid belast worden aan gunstigere vennootschapstarieven dan het vennootschapstarief dat van toepassing zou zijn geweest in het boekjaar waarin de meerwaarde in één keer zou worden belast. Wordt niet tijdig herbelegd, dan zal de meerwaarde ineens worden belast als een winst van het belastbare tijdperk waarin de herbeleggingstermijn is verstreken. Tevens zijn dan nalatigheidsintresten verschuldigd.
Ten gevolge van de daling van de vennootschapstarieven is hierbij voorzien in een antimisbruikbepaling. Bij een niet-tijdige herbelegging, wordt de meerwaarde ineens belast aan het gewoon tarief in de vennootschapsbelasting t.b.v. 33,99 % (aanlegging gespreide meerwaarde in een belastbaar tijdperk verbonden aan het aanslagjaar 2018 en vorige), of 29,58 % (aanlegging gespreide meerwaarde in een belastbaar tijdperk verbonden aan het aanslagjaar 2019 en volgende).
Frank Sanctorum
Maart 2019