Nog vlug een investering voor het einde van het boekjaar?

Fiscale tips accountant boekhouder investering

Vele bedrijfsleiders van kmo’s zullen het herkennen. Naar het einde van het boekjaar toe wordt nog een belangrijke investering gedaan. Daarbij kan nog voor het volledige boekjaar worden afgeschreven, en in veel gevallen degressief. Neem een machine van 100 000 euro. In principe afschrijfbaar over 5 jaar. Dank zij die investering op het einde van het boekjaar kan de belastbare basis nog naar beneden worden gehaald met 40 000 euro. (100 000 x 40 %, door afschrijving op het volledig boekjaar en degressief). Dit maakt een interessant verschil in de belastbare basis van het desbetreffende boekjaar.

Helaas is dit verhaal straks voorbij. Een vrij harde maatregel.

De regering besliste in het kader van de hervorming van de vennootschapsbelasting om een aantal afschrijvingsregimes, die voornamelijk om fiscale redenen worden gehanteerd, af te schaffen of te verstrengen.

Hierna de nieuwe maatregelen:

- Alle vennootschappen (ook de kleine vennootschappen volgens art. 15 W. Venn.) moeten in de toekomst de eerste afschrijvingsannuïteit ten aanzien van tijdens het boekjaar gedane investeringen beperken in verhouding tot het gedeelte van het boekjaar. Alle vennootschappen zullen dus hun afschrijvingen moeten pro rata gaan berekenen op de nieuwe investeringen van het boekjaar. Tot nu toe gold dit enkel voor de niet kmo vennootschappen.

- Het degressief afschrijvingsstelsel wordt voor alle vennootschappen opgegeven. Degressief afschrijven werd tot op heden heel veel toegepast.

Het is een keuzestelsel waarbij de afschrijvingen versneld in kost worden opgenomen. Het degressieve afschrijvingspercentage voor het eerste boekjaar mag het dubbele van het lineaire afschrijvingspercentage bedragen. Voor het bepalen van de afschrijvingsannuïteit van ieder volgend boekjaar wordt het degressieve percentage toegepast op de residuwaarde van de activa. Die residuwaarde is gelijk aan de aanschaffingswaarde verminderd met de tot op het einde van het vorige boekjaar fiscaal aangenomen afschrijvingen. De degressieve afschrijvingsannuïteit mag maximaal 40 % van de aanschaffingswaarde bedragen. Vanaf het boekjaar dat de degressieve afschrijvingsannuïteit kleiner wordt dan de lineaire afschrijvingsannuïteit kan terug overgeschakeld worden op de lineaire methode.

In tegenstelling tot in de vennootschapsbelasting blijft de mogelijkheid tot degressief afschrijven behouden in de personenbelasting. Reeds aangevatte degressieve afschrijvingen blijven doorlopen.

- Bij aankoop van bepaalde activa komt het wel eens voor dat er ‘bijkomende aankoopkosten’ worden aangerekend. Bijkomende kosten zijn bv. niet-aftrekbare btw, kosten van plaatsing, kosten van montage, notariskosten, registratierechten bij aankoop van onroerende goederen, ...

Ook de afschrijving van de bij de aankoop komende kosten ondergaat een bepaalde wijziging.

Bij deze aanvullende kost heeft de Kmo-vennootschap de keuze om deze:

  • ofwel in één keer in kost op te nemen,
  • ofwel gespreid over meerdere jaren af te schrijven.

De niet kmo vennootschappen hebben hogervermelde keuze niet en moeten deze kosten altijd samen afschrijven met het hoofdbestanddeel.

Indien de kmo vennootschap opteert voor de gespreide afschrijvingen over meerdere jaren, dan moeten deze ‘bijkomende aankoopkosten’ in de toekomst op dezelfde wijze worden afgeschreven als de aanschaffingswaarde van het hoofdbestanddeel.Tot op heden hadden de kmo vennootschappen bij deze laatste optie de mogelijkheid om een ander regime te hanteren en deze zo op een andere duurtijd af te schrijven.

Deze nieuwe regeling inzake de afschrijvingsregimes geldt vanaf 1 januari 2020, en is van toepassing op de activa die vanaf deze datum verkregen zijn, of tot stand zijn gebracht. Een extra reden, in combinatie met de investeringsaftrek van 20 % voor kmo vennootschappen, om nog in 2019 investeringen uit te voeren.

Frank SANCTORUM

Maart 2019