In de huidige teruggaafregeling kan de teruggaaf van een btw-tegoed worden aangevraagd in de btw-kwartaalaangifte of in de btw-maandaangifte die betrekking heeft op de laatste maand van het kwartaal (voor maandaangevers) en dit in de mate dat het btw-tegoed minstens respectievelijk 615 euro dan wel 1.485 euro bedraagt. De effectieve terugbetaling gebeurt dan ‘uiterlijk de derde maand volgend op het tijdvak waarop de kwartaangifte of de laatste aangifte van de laatste maand van dit kwartaal betrekking heeft.’ In de praktijk kan het dus voorvallen dat men de betaalde btw waarvoor een recht op aftrek bestaat dus voor een maximumperiode van 6 maanden dient ‘voor te schieten’. Zo kan men slechts teruggaaf vragen van een btw-tegoed opgebouwd tijdens de maand juli in de aangifte over september of 3de kwartaal, en krijg je dit bedrag effectief terugbetaald eind december.
Om sneller teruggaaf te bekomen van een btw-tegoed, kunnen maandaangevers de zogenaamde ‘vergunning maandelijkse teruggaaf’ aanvragen. Deze vergunning vraag je aan bij je lokale btw-controlekantoor via een gemotiveerde aanvraag waarin je aantoont dat de voorwaarden vervuld zijn.. De belastingplichtige moet tijdens het voorgaande kalenderjaar een btw- tegoed in zijn voordeel gehad hebben van ten minste 12.000 euro én dat tijdens dezelfde periode minstens 30% van zijn omzet bestond uit:
- Een aantal vrijgestelde leveringen van goederen en diensten in de internationale context (zoals de vrijgestelde intracommunautaire leveringen, uitvoer van goederen en de hieraan verbonden diensten, etc.);
- Handelingen waarvoor in een verleggingsregeling wordt voorzien (zoals voor werken in onroerende staat);
- Handelingen in de bouwsector waarvoor het verlaagde btw-tarief van 6% van toepassing is;
- Handelingen die plaatsvinden in het buitenland voor zover het btw- tegoed voortvloeit uit de voorfinanciering van de btw geheven op deze goederen en diensten (bvb.: diensten naar buitenlandse afnemers die onder de algemene B2B verleggingsregeling vallen).
De terugbetaling van het btw-tegoed vindt vervolgens plaats binnen de twee maanden volgend op het tijdvak waarop de maandaangifte waarin de teruggaaf werd aangevraagd, betrekking heeft.
In de praktijk wordt de termijn waarbij u de aftrekbare btw dient ‘voor te schieten’ dus verminderd van maximaal 6 maanden naar maximaal 3 maanden. Op deze manier leidt een vergunning maandelijkse teruggaaf tot een aanzienlijk cashflowvoordeel in hoofde van belastingplichtigen die zich geregeld in een btw-teruggaafpositie bevinden.
Merk op dat ondernemingen die nog niet voldoen aan de voorwaarden op basis van de cijfers van het voorgaande kalenderjaar, de vergunning kunnen aanvragen op basis van vooruitzichten (bvb. bij een gewijzigde activiteit).
Uitbreiding maandelijkse teruggaaf naar startende ondernemingen
Startende ondernemingen kunnen zich ook in een teruggaafpositie bevinden als gevolg van de (vaak aanzienlijke) investeringen en uitgaven die zij hebben verricht in het kader van de opstart van hun activiteit, zelfs al verrichten ze niet specifiek de onder punt 1 vermelde omzetten. Om tegemoet te komen aan de moeilijke liquiditeitspositie waarin veel startende ondernemingen zich bevinden, breidt de regering, via een aanpassing van het K.B. nr. 4 de regeling inzake maandelijkse teruggaaf uit naar startende ondernemingen.
Vanaf 1 januari 2020, zullen startende ondernemingen eveneens per maand om teruggaaf van hun btw-tegoed kunnen verzoeken en dit gedurende de eerste 24 maanden na aanvang van hun economische activiteit. Deze regeling geldt principieel voor alle starters en is niet sectorgebonden. Wel wordt vereist dat de startende onderneming periodieke maandaangiften indient, en dit op elektronische wijze. Bovendien dienen alle btw-aangiften steeds tijdig te zijn gediend om van de regeling gebruik te kunnen maken. Ten slotte dient het btw-tegoed tenminste 245 euro per maand te bedragen.
Opmerkelijk is dat de toepassing van de regeling niet moet worden aangevraagd bij het bevoegde btw-controlekantoor, maar automatisch mag worden toegepast wanneer bovenstaande voorwaarden voldaan zijn. De betaling van het btw-tegoed zal dan principieel plaatsvinden binnen twee maanden na de periode waarop de aangifte betrekking heeft.
Deze gunstige regeling voor starters kan enkel worden toegepast door startende ondernemingen die maandaangiften indienen. Hoewel een startende kwartaalaangever dus geen gebruik kan maken van deze regeling, engageert de btw-administratie zich wel om, in de mate van het mogelijke, het btw-tegoed eveneens te betalen uiterlijk de tweede maand volgend op het aangiftetijdvak.
Conclusie
De uitbreiding in de regeling maandelijkse teruggaaf leidt er voor startende ondernemingen dus toe dat zij versneld teruggaaf kunnen bekomen van de btw die zij hebben afgedragen op de investeringen en uitgaven gemaakt in het kader van hun oprichting. Ook voor de niet -startende ondernemingen kan het echter interessant zijn om na te gaan of zij voldoen aan de voorwaarden om een vergunning maandelijkse teruggaaf aan te vragen en zo te genieten van een cashflowvoordeel.
Frank Sanctorum
September 2019