De federale regering heeft een akkoord gesloten over de vergroening van de bedrijfswagens. De nieuwe regels gelden in de vennootschapsbelasting maar ook in de personenbelasting. Diesels, benzines en hybrides verliezen de komende jaren geleidelijk hun fiscale voordeel als bedrijfswagen.
Huidige regeling?
Met ingang van aanslagjaar 2021 wordt de aftrekbaarheid van autokosten berekend op basis van de gramformule.
Aftrek % = 120 % - (0,5 % x coëfficiënt brandstoftype x aantal gram/km CO2)
waarbij coëfficiënt brandstoftype:
= 1 voor voertuigen met een dieselmotor en dieselvarianten
= 0,90 voor voertuigen op aardgas < 12 fiscale pk
= 0,95 voor voertuigen met een andere motor (o.a. benzine, LPG, benzine- & dieselhybride)
Het aftrekbaar gedeelte van de kosten voor auto’s waarvoor de formule moet worden gebruikt, mag niet lager zijn dan 50% en niet hoger dan 100%.
In de personenbelasting blijven wagens aangekocht vóór 01/01/2018 aftrekbaar t.b.v. 75 %.
Verder geldt de nieuwe formule niet voor wagens met een CO2 uitstoot van 200 (of meer) gram/km. Voor deze wagens wordt het aftrekbare gedeelte van de kosten forfaitair bepaald op 40%.
Alle autokosten moeten worden bepaald op basis van dit nieuwe – per voertuig te berekenen – percentage, bijvoorbeeld niet alleen de parkeerkosten, maar ook het aftrekbaar gedeelte van brandstofkosten dat vroeger forfaitair bepaald werd op 75%, moet volgens deze formule worden vastgesteld.
Uitzondering: de financieringskosten blijven wel voor 100% aftrekbaar.
Elektrische voertuigen hebben geen CO2 uitstoot en zijn 100 % aftrekbaar.
Bovendien is het belangrijk om weten dat er momenteel twee meetmethodes bestaan om CO2-uitstootgehaltes te bepalen, omdat op Europees niveau beslist werd over te schakelen naar een nieuwe metingsmethode: de klassieke ‘NEDC’-procedure (New European Driving Cycle) en de nieuwe ‘WLTP’-procedure (Worldwide harmonized Light vehicles Test). Zodoende zijn er sinds enige tijd twee CO2-uitstootgehaltes in omloop, nl. NEDC en WLTP. De WLTP vervangt stapsgewijs de oudere NEDC. Bij oudere wagens vermeldt het gelijkvormigheidsattest van de wagen normaal gezien nog enkel de NEDC-waarde. Voor nieuwe wagens (d.i. sinds het najaar van 2018) staan beide uitstoten vermeld op het gelijkvormigheidsattest.
Er is een vrije keuze tussen NEDC of WLTP.
Wat is niet gewijzigd:
1. Er werd niets beslist over de overgang naar een WLTP-fiscaliteit: de huidige keuze tussen NEDC en WLTP blijft behouden
2. Het statuut van de bedrijfswagens als alternatieve verloning blijft gevrijwaard tot na 2030
3. Er verandert niets aan het VAA van de bedrijfswagen ten aanzien van de werknemer
4.
De fiscale en sociale regels rond motorfietsen en lichte vrachtwagens
zijn ook niet veranderd. (deze blijven 100 % aftrekbaar)
Wat verandert er?
Er zijn 3 grote hervormingspijlers:
Eerste pijler: fiscale aftrekbaarheid personenwagens
Emissievrije voertuigen
Een
emissievrij voertuig (Zero Emission Vehicle of ZEV) dat vóór 1 januari
2027 wordt besteld, blijft 100 % fiscaal aftrekbaar. Voor de
emissievrije personenwagens, auto’s voor dubbel gebruik en minibussen
die vanaf 1 januari 2027 worden aangekocht of geleased, wordt de
kostenaftrek geleidelijk aan beperkt in functie van het jaar van
aanschaf of huur, ongeacht wanneer het boekjaar begint.
Jaar van aankoop, leasing of huur | Fiscale aftrekbaarheid |
2026 | 100 % |
2027 | 95 % |
2028 | 90 % |
2029 | 82,5 % |
2030 | 75 % |
Vanaf 01.01.2031 | 67,5 % |
Niet-emissievrije voertuigen
Voor de niet-emissievrije voertuigen (non-ZEV) hangt de evolutie van de aftrekbaarheid af van de datum van bestelling.
Er worden 3 aparte periodes voorzien:
1. Grandfathering
In de personenbelasting blijft de 75 % aftrek behouden voor wagens aangekocht vóór 1 januari 2018.
Vóór 01/07/2023:
Voor
wagens op fossiele brandstoffen (diesel/benzine) aangeschaft vóór 1
juli 2023, blijft de huidige fiscale aftrek van toepassing.
De
huidige maxima (100 %) en minima (50 % of 40 % voor de voertuigen die
minstens 200 g CO2 uitstoten, blijven behouden op voorwaarde dat de
wagen niet verandert van eigenaar.
2. Uitdoofregeling
tussen 01/07/2023 en 31/12/2025:
Voor de wagens aangeschaft tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025, komt er een uitdoofregeling
die wordt afgebouwd. De huidige aftrekformules blijven behouden, maar
de aftrekbaarheid wordt vanaf 2025 geleidelijk teruggebracht. (de ondergrenzen van 40 % en 50 % worden afgeschaft)
Indien geen CO2-uitstootgegevens bekend bij DIV: 0 % aftrek.
Belastbaar tijdperk vanaf | Maximum aftrekbaar aan: |
1 januari 2025 | 75,00 % |
1 januari 2026 | 50,00 % |
1 januari 2027 | 25,00 % |
1 januari 2028 | 0,00 % |
3. Bestelling vanaf 2026
Er geldt een volledig aftrekverbod voor auto’s die nog CO2 uitstoten.
Alle personenwagens (nieuw of tweedehands gekocht) die zijn aangeschaft vanaf 1 januari 2026, krijgen een volledig aftrekverbod tenzij het om een emissievrije wagen gaat (= elektrische auto’s en modellen die op waterstof rijden). (zie hierboven bij rubriek emissievrije voertuigen)
Schematisch:
Personenwagen met fossiele brandstof aangekocht, geleasd of gehuurd | |||
| Vóór 1 juli 2023 | Van 1 juli 2023 | Vanaf 1 januari 2026 |
| CO2 < 200 g: gramformule (min. 50 % (2), max 100 %) In de PB: minimum 75 % voor personenwagens aangeschaft vóór 1 januari 2018 | CO2 ≥ 200 g: 40 % (1) | |
AJ 2026 | Gramformule (max. 75 %) | ||
AJ 2027 | Gramformule (max. 50 %) | Niet meer aftrekbaar: 0 % Niet meer aftrekbaar: 0 % Niet meer aftrekbaar: 0 % | |
AJ 2028 | Gramformule (max. 25 %) | ||
AJ 2029 | Niet meer aftrekbaar: 0 % |
(1)Indien geen CO2 bekend bij DIV: 40 % (vanaf AJ 2021, BJ vanaf 01/01/2020)
(2)In de personenbelasting: minimum 75 % vóór personenwagens aangeschaft vóór 1 januari 2018
Oplaadbare hybride personenwagens aangekocht, geleased of gehuurd | |||
| Vanaf 1 januari 2023 | Van 1 juli 2023 | Vanaf 1 januari 2026 |
| CO2 < 200 g: gramformule (min. 50 % (2), max 100 %) In de PB: minimum 75 % voor personenwagens aangeschaft vóór 1 januari 2018 Benzine en diesel: max. 50 % | CO2 ≥ 200 g: 40 % (1) |
|
AJ 2026 | Gramformule (max. 75 %) | ||
AJ 2027 | Gramformule (max. 50 %) | Niet meer aftrekbaar: 0 % | |
AJ 2028 | Gramformule (max. 25 %) | ||
AJ 2029 | Niet meer aftrekbaar: 0 % |
Overige aandachtspunten
- Bij
zowel plug-in als gewone hybride personenwagens die gekocht, geleased
of gehuurd worden vanaf 1 januari 2023, zullen de benzine en
dieselkosten nog slechts aftrekbaar zijn voor maximaal 50 %. Dit geldt
niet voor hybride personenwagens die vóór 1 januari 2023 zijn
aangekocht.
- Dit gaat gepaard met het schrappen van de
forfaitaire aftrek van 0,15 EUR/km voor woon-werkverkeer vanaf 2026 voor
wagens met een fossiele brandstof.
De 0,15 EUR per kilometer blijft behouden voor verplaatsingen die gedaan worden met:
- een emissievrije wagen. (elektrisch of op waterstof)
- voertuigen met een CO2-uitstoot die vallen onder de
- grandfathering regeling: aangekocht, geleased of gehuurd vóór 1 juli 2023
- uitdoof-regeling: aangekocht, geleased of gehuurd tussen 1 juli 2023 tot 31 december 2025
- grandfathering regeling: aangekocht, geleased of gehuurd vóór 1 juli 2023
- Vanaf
1 januari 2022 zullen ondernemingen die investeren in een nieuwe
emissievrije vrachtwagen of een tankinfrastructuur voor waterstof of een
elektrische laadinfrastructuur voor emissievrije vrachtwagens
installeren, kunnen genieten van een extra verhoogde investeringsaftrek.
Jaar van aankoop, leasing of huur | Investeringsaftrek |
2022-2023 | 35,00 % |
2024 | 29,50 % |
2025 | 24,00 % |
2026 | 18,50 % |
2027 | 13,50 % |
- We geven nog mee dat het belastbaar voordeel alle aard voor het privégebruik van een personenwagen (voorlopig) niet wijzigt.
- Praktische adviezen:
- bedrijfswagens die CO2 uitstoten worden het best aangeschaft of gehuurd vóór 1 juli 2023
- Volledig elektrische personenwagens en andere CO2-vrije wagens worden het best aangeschaft of gehuurd vóór 1 januari 2027.
- bedrijfswagens die CO2 uitstoten worden het best aangeschaft of gehuurd vóór 1 juli 2023
Tweede pijler: fiscaliteit laadpalen
Er
moeten meer laadpalen komen om de elektrificatie mogelijk te maken. De
aftrek als beroepskost wordt 100 % ongeacht het fiscale aftrekpercentage
van de wagens die gebruik maken van het laadstation. (vanaf 1 januari
2030 wordt dit 75 %) Zelfstandigen en vennootschappen die tussen 1 september 2021 en 31 augustus 2024 investeren in een nieuw laadstation voor elektrische wagens, kunnen rekenen op een verhoogde kostenaftrek (art 64 quarter WIB 1992).
De voorwaarden:
1. Het laadstation moet in nieuwe staat zijn verkregen of tot stand gebracht.
2. Publiek toegankelijke laadpalen, ten minste tijdens de openingsuren en/of sluitingsuren van de onderneming.
3. Controle van de locatie en van de beschikbaarheid van de laadpalen door aanmelding bij de FOD Financiën of door vermelding op de website eafo.eu.
4. Intelligent en stuurbaar laadstation: de laadtijd en het laadvermogen moeten aangestuurd kunnen worden door een energiebeheersysteem.
5. het laadstation moet lineair over minstens 5 belastbare tijdperken worden afgeschreven.
De investering moet gebeuren in de periode van 1 september 2021 tot 31 augustus 2024.
Investering gedaan in de periode | Aftrekbaarheid | Berekening |
Van 1 september 2021 tot en met 31 december 2022 |
|
|
Van 1 januari 2023 tot en met 31 augustus 2024 |
|
|
De
bedoelde verhoogde aftrek is slechts van toepassing vanaf het
aanslagjaar verbonden aan het belastbaar tijdperk in de loop waarvan:
- het laadstation operationeel en publiek toegankelijk is en
- aangemeld bij de FOD Financiën
Particulieren
die thuis een nieuw laadpunt voor elektrische wagen installeren,
krijgen een belastingvermindering (art. 145/50 WIB 1992). Het moet gaan
om een levering met plaatsing. Een zelf geplaatst laadstation komt hier
niet in aanmerking. De uitgaven moeten betaald zijn in de periode van 1
september 2021 tot en met 31 augustus 2024.
Uitgaven die betaald zijn | Maximale uitgaven per laadstation en per belastingplichtige | % van de belastingvermindering | Maximale belasting-vermindering |
Van 1 september 2021 tot en met 31 december 2022 |
|
|
|
In 2023 | 1.500,00 EUR | 30 % | 450 EUR |
Van 1 januari 2024 tot en met 31 augustus 2024 |
|
|
|
1. Het laadstation moet in nieuwe staat zijn verkregen of tot stand gebracht.
2. Het gaat over een levering met plaatsing (een door de particulier zelf geplaatst laadstation komt niet in aanmerking)
3. De installatie moet geplaatst zijn op het adres van de belastingplichtige of in de onmiddellijke nabijheid van de woning
4.
De belastingplichtige heeft de belastingvermindering niet gevraagd voor
een vorig belastbaar tijdperk. (dus er kan slechts éénmalig een
belastingvermindering genoten worden)
5. Het laadstation gebruikt uitsluitend groene stroom.
6. Het laadstation moet intelligent en stuurbaar zijn: de laadtijd en het laadvermogen moeten kunnen worden gestuurd.
7. De installatie is goedgekeurd door een erkend keuringsorganisme.
Het bedrag waarvoor een belastingvermindering kan worden verleend, is beperkt tot 1.500,00 EUR
per laadpaal en per belastingplichtige. Een vermindering is slechts
éénmalig te verkrijgen.Merk op dat er geen verplichting is om de door
particulieren geplaatste laadpalen publiek toegankelijk te maken.
Derde pijler: vereenvoudiging mobiliteitsbudget
Via
het mobiliteitsbudget kan de werkgever een systeem invoeren waarbij
werknemers hun bedrijfswagen kunnen vervangen door een jaarlijks budget
dat kan worden besteed aan bepaalde mobiliteitsuitgaven.
Het is concreet gebaseerd op 3 pijlers, namelijk
1. ofwel kies je voor een groener model (minder CO2-uitstoot)
2. ofwel ruil je je auto in voor de transitie naar duurzamere vervoermiddelen (openbaar vervoer, tussenkomst in woonkosten nabij het werk)
3. ofwel door een bepaald geldbedrag te recupereren.
Vanaf
1 januari 2022 zal men het mobiliteitsbudget uitbreiden én zal de
huidige wachttijd van 3 jaar afgeschaft worden. De wachttijd werd
oorspronkelijk als antimisbruikbepaling ingevoerd, maar de regering
oordeelt nu dat deze regel de bredere toepassing van het
mobiliteitsbudget in de weg staat. Werknemers zullen dus sneller kunnen
gebruikmaken van het mobiliteitsbudget.
Met de uitbreiding van het mobiliteitsbudget zouden ook volgende zaken in aanmerking kunnen komen:
- Kosten voor fietsuitrusting, fietsleningen en stallingskosten;
- Abonnementen openbaar vervoer voor gezinsleden van de werknemer;
- Elektrische steps en andere elektrische bewegingstoestellen;
- Parkingkosten nabij bus- of treinstations;
- Premie voor werknemers die zich te voet verplaatsen naar het werk;
- Uitbreiding
van de reikwijdte van huisvestigingskosten van 5 naar 10 kilometer.
Bovendien kunnen werknemers buiten de huurlasten en intresten ook de
kapitaalsaflossingen opnemen van een hypothecaire lening.
Het
bedrag van het mobiliteitsbudget dient minimaal 3.000,00 euro te
bedragen en mag maximum 20% bedragen van het totale brutoloon. Per
kalenderjaar mag het mobiliteitsbudget de maximumgrens van 16.000,00
euro niet overschrijden. Er wordt voor de mobiliteitsbudgetten die zijn
toegekend vóór de bekendmaking van de wet in het Belgisch Staatsblad wel
voorzien in een overgangsperiode. Voor deze mobiliteitsbudgetten is de
minimumgrens en de maximumgrens pas van toepassing vanaf 1 januari 2023.
Hierna voegen we nog een tijdsas toe met een handig overzicht van de wijzigingen inzake de vergroening van de autofiscaliteit.
Tijdsas aanpassingen autofiscaliteit
1 SEPTEMBER 2021
– Investering door bedrijven in publieke laadpalen tot 200% aftrekbaar.
– Particulieren genieten een belastingvermindering voor slimme laadpalen tot 45%.
1 JANUARI 2022
– Uitbreiding mobiliteitsbudget en schrapping wachttermijn.
–
Verhoogde investeringsaftrek voor investeringen in emissievrije
vrachtwagens en tankinfrastructuren voor waterstof of een elektrische
laadinfrastructuur.
1 JANUARI 2023
– Benzine en dieselkosten voor gewone én plug-in hybrides zullen vanaf 1/01/2023 nog maar maximaal voor 50% aftrekbaar zijn.
1 JULI 2023
–
Fiscale aftrek voor vanaf 1 juli 2023 aangekochte, gehuurde of
geleasede personenwagens met fossiele brandstoffen zal geleidelijk aan
dalen vanaf 2025. Voor personenwagens aangekocht voor deze datum
veranderd er niets.
* 2025 naar 75%
* 2026 naar 50%
* 2027 naar 25%
* 2028 naar 0%
1 JANUARI 2026
–
Enkel emissieloze personenwagens die worden aangekocht, gehuurd of
geleased zullen fiscaal aftrekbaar zijn vanaf 1 januari 2026.
– Woon-werkvergoeding zal enkel aftrekbaar zijn indien de verplaatsingen met een emissieloze wagen gebeuren.
– Voertuigen in het mobiliteitsbudget moeten volledig emissieloos zijn.
– Fiscale aftrekbaarheid van emissieloze voertuigen zal geleidelijk dalen
* Personenwagens aangeschaft in 2026: 100,00 %
* Personenwagens aangeschaft in 2027: 95,00 %
* Personenwagens aangeschaft in 2028: 90,00 %
* Personenwagens aangeschaft in 2029: 82,50 %
* Personenwagens aangeschaft in 2030: 75,00 %
* Personenwagens aangeschaft in 2031: 67,50 %
Frank Sanctorum
December 2021