In dit artikel geven we een aantal redenen om reeds voor 1 januari 2020 vrijwillig te opteren voor de toepassing van het nieuwe wetboek vennootschappen en verenigingen.
Duidelijkheid
Op 1 januari 2020 worden de dwingende bepalingen van het WVV op alle vennootschappen van toepassing. Het WVV is echter zelf niet duidelijk over welke bepalingen van dwingend recht zijn. Hiervoor dienen we ons te baseren op de Memorie van toelichting die stelt dat dit onder andere gaat over de nieuwe benamingen en rechtsvormen, de regels inzake winstuitkering, de samenstelling, werking en aansprakelijkheid van de bestuursorganen en de regels inzake de vereffening.
Aangezien de wet zelf niet duidelijk stelt welke bepalingen van dwingend recht zijn, is de kans reëel dat indien uw statuten niet worden aangepast, er na 1 januari 2020 discussie zal ontstaan over welke regels van toepassing zijn: de regels opgenomen in de statuten of de regels uit het WVV. Er zal dan ook bij elke beslissing moeten worden nagegaan in hoeverre deze al dan niet beïnvloed wordt door een dwingende regel uit het WVV.
Daarnaast verdwijnen de CVOA, de commanditaire vennootschap op aandelen, het economisch samenwerkingsverband en de landbouwvennootschap uit het WVV. Zij zullen dan ook op 1 januari 2020 onder de dwingende bepalingen van de meest gelijkende vennootschapsvorm vallen.
De CVBA wordt voorbehouden voor de vorm van een coöperatieve vennootschap, waar vennootschappen echt het coöperatieve gedachtengoed uitdragen. ‘Oneigenlijke’ CVBA’s zullen vanaf 1 januari 2020 onder de dwingende regels van de BV vallen en uiteindelijk verplicht worden om te vormen tot een BV.
Bij deze vennootschapsvormen kan het ongewenste gevolgen hebben om tot na 1 januari 2020 te wachten.
Geldigheid van beslissingen
Het WVV bevat heel wat dwingende bepalingen met betrekking tot het bestuur en besluitvorming in vennootschappen.
Het belangrijkste aandachtpunt is dat er vanaf 1 januari 2020 een cumulverbod komt in die zin dat één persoon niet langer in verschillende hoedanigheden in één bestuursorgaan kan zetelen, zoals bijvoorbeeld in eigen naam enerzijds en als vaste vertegenwoordigervan een rechtspersoon-bestuurder anderzijds. Daarenboven voert het WVV een cascadeverbod in waardoor een vennootschap-bestuurder onmiddellijk een natuurlijke persoon als vaste vertegenwoordiger dient aan te stellen, daar waar op heden vaak een managementvennootschap als vaste vertegenwoordiger benoemd wordt, die op haar beurt een natuurlijke persoon aanstelt. Waar in het oude Wetboek Vennootschappen de vaste vertegenwoordiger verplicht een band moest hebben met de rechtspersoon-bestuurder, verlaat het WVV deze verplichte band. De vennootschap-bestuurder is volledig vrij haar vaste vertegenwoordiger te kiezen.
De term dagelijks bestuur wordt onder het nieuw WVV verruimd. Alle dagdagelijkse handelingen en beslissingen en niet-dagdagelijks handelingen of beslissingen waarvan het gering belang of de hoogdringendheid het bijeenroepen van de raad van bestuur niet rechtvaardigen, worden onder het WVV beschouwd als handelingen van dagelijks bestuur, daar waar de rechtspraak vroeger stelde dat dagelijks bestuur enkel de niet-dagelijkse handelingen dekte die van gering belang en hoogdringend waren.
Naast voornoemde vernieuwingen, bevat het WVV ook een vernieuwde alarmbelprocedure voor de BV. Deze verandering is het gevolg van het verdwijnen van de notie kapitaal in de BV. De procedure moet worden toegepast van zodra het eigen vermogen van de BV negatief is of dreigt te worden of indien de vennootschap niet langer in staat zal zijn om gedurende minstens twaalf maanden haar schulden te voldoen. Het bestuursorgaan zal een algemene vergadering moeten samenroepen binnen de twee maanden om te beslissen over de ontbinding van de vennootschap en over de in de agenda aangekondigde maatregelen om de continuïteit te vrijwaren.
Redenen genoeg om voor 1 januari 2020 de samenstelling en werking van uw bestuursorgaan tegen het licht te houden. Immers kan een overtreding op het WVV er toe leiden dat de beslissingen van het bestuursorgaan nietig verklaard worden.
Opportuniteiten
Het aanpassen van uw statuten aan het WVV biedt ook opportuniteiten. Indien uw statuten echter strenger zijn opgesteld, zult u nog steeds uw strengere statuten dienen te volgen.
Onder het WVV kunnen bijvoorbeeld zowel NV’s als BV worden opgericht door een enige aandeelhouder. Op deze wijze kunnen groepen van vennootschappen op een veel eenvoudigere manier gestructureerd worden.
Daarenboven biedt het WVV ook nieuwe mogelijkheden om het bestuur in een NV te organiseren. Waar onder het oude recht een raad van bestuur steeds uit (in principe) minstens 3 bestuurders diende te worden samengesteld, biedt het WVV de mogelijkheid om een NV te laten besturen door één bestuurder.
Ook de mogelijkheden om winst uit te keren uit uw vennootschap werden verruimd. Waar onder het oude Wetboek Vennootschappen, enkel de NV en de commanditaire vennootschap op aandelen een systeem van interim-dividenden hadden, kan nu ook binnen de BV de bevoegdheid aan het bestuursorgaan gedelegeerd worden om de winst van het lopende boekjaar als dividend uit te keren als dit in de statuten wordt voorzien.
Frank Sanctorum
Oktober 2019