BE 8530 Kortrijk (Harelbeke)
Hieronder vindt u de meest recente fiscale topics samen met enkele fiscale tips ter optimalisatie van uw onderneming. Als accountant helpen wij u graag verder bij eventuele vragen of opmerkingen. U kan ons hiervoor steeds contacteren.
Nieuw Wetboek voor vennootschappen en verenigingen
Sinds de invoering van het nieuw Wetboek voor vennootschappen en verenigingen (WVV) is er heel wat verschenen omtrent de BV en de NV. U kan de indruk krijgen dat de vennootschap onder firma ( VOF ) en de commanditaire vennootschap (CommV) niet meer bestaan. Er waren oorspronkelijk inderdaad plannen om deze vennootschapsvormen te laten vallen. Maar uiteindelijk werden ze toch behouden.
Deze vennootschapsvormen worden nu gecatalogeerd onder de maatschappen. De maatschap heeft in zijn basisvorm geen rechtspersoonlijkheid. Maar de VOF en de Comm V vormen een variant met rechtspersoonlijkheid. Door de invoering van het nieuw WVV wordt enkel de vorm van een gewone commanditaire vennootschap behouden. De vorm van een commanditaire vennootschap op aandelen is verdwenen.
De VOF en de CommV blijven belangrijk in de praktijk. Volgens het studiebureau Graydon werden in 2018 zelfs 2 316 nieuwe vennootschappen onder firma en 5 888 nieuwe commanditaire vennootschappen opgericht.
Meer info
In dit artikel geven we een aantal redenen om reeds voor 1 januari 2020 vrijwillig te opteren voor de toepassing van het nieuwe wetboek vennootschappen en verenigingen.
Meer info
In de huidige teruggaafregeling kan de teruggaaf van een btw-tegoed worden aangevraagd in de btw-kwartaalaangifte of in de btw-maandaangifte die betrekking heeft op de laatste maand van het kwartaal (voor maandaangevers) en dit in de mate dat het btw-tegoed minstens respectievelijk 615 euro dan wel 1.485 euro bedraagt. De effectieve terugbetaling gebeurt dan ‘uiterlijk de derde maand volgend op het tijdvak waarop de kwartaangifte of de laatste aangifte van de laatste maand van dit kwartaal betrekking heeft.’ In de praktijk kan het dus voorvallen dat men de betaalde btw waarvoor een recht op aftrek bestaat dus voor een maximumperiode van 6 maanden dient ‘voor te schieten’. Zo kan men slechts teruggaaf vragen van een btw-tegoed opgebouwd tijdens de maand juli in de aangifte over september of 3de kwartaal, en krijg je dit bedrag effectief terugbetaald eind december.
Meer info
Vele ondernemers stellen de vraag of ze aan hun medewerkers kosten eigen aan de werkgever kunnen toekennen. De vraag op zich is niet verrassend. Voor de werknemer is het een onbelaste vergoeding. Voor de werkgever wordt op kosten eigen aan de werkgever geen patronale lasten betaald. Het is dan ook logisch dat in de praktijk hier vaak discussies over ontstaan met de fiscus en/of de RSZ.
Meer info
In de praktijk stellen we vast dat in veel kmo’s de begrippen tantièmes en dividenden door elkaar worden gehaald. Het feit dat in nogal wat kmo’s de bestuurders en de aandeelhouders dezelfde personen zijn is daar niet vreemd aan. Beide toekenningen maken deel uit van de resultaatverwerking en vormen uit te keren winst. Maar dat is dan ook de enige gelijkenis.
Meer info
Inzake btw heeft het Hof van Cassatie gesteld dat de niet-aftrekbaarheid van btw op kosten van onthaal en op kosten van spijzen en dranken zoals volgt uit art. 45, §3, 3° en 4° W. BTW niet langer van toepassing is wanneer deze kosten een publicitaire doelstelling hebben. Bijgevolg is de btw op deze kosten 100% aftrekbaar. Over de vraag of naar analogie met deze rechtspraak ook in de inkomstenbelasting op een dergelijke manier mag worden geredeneerd (dat kosten van zodra ze een publicitair oogmerk dragen ook mogen worden beschouwd als publiciteitskosten die 100% aftrekbaar zijn), was er lange tijd een opvallende verdeeldheid binnen de rechtbanken en hoven van beroep. Sommige rechters oordeelden dat publicitaire receptiekosten als publiciteitskosten moesten worden aangemerkt (100% aftrekbaar), waar andere rechters belastingplichtigen het volledige recht op aftrek hebben geweigerd omdat er onderliggend naar de ‘aard van de kosten’ moet worden gekeken, en niet naar ‘het doel’.
Meer info
Vele bedrijfsleiders van kmo’s zullen het herkennen. Naar het einde van het boekjaar toe wordt nog een belangrijke investering gedaan. Daarbij kan nog voor het volledige boekjaar worden afgeschreven, en in veel gevallen degressief. Neem een machine van 100 000 euro. In principe afschrijfbaar over 5 jaar. Dank zij die investering op het einde van het boekjaar kan de belastbare basis nog naar beneden worden gehaald met 40 000 euro. (100 000 x 40 %, door afschrijving op het volledig boekjaar en degressief). Dit maakt een interessant verschil in de belastbare basis van het desbetreffende boekjaar.
Helaas is dit verhaal straks voorbij. Een vrij harde maatregel.
De regering besliste in het kader van de hervorming van de
vennootschapsbelasting om een aantal afschrijvingsregimes, die
voornamelijk om fiscale redenen worden gehanteerd, af te schaffen of te
verstrengen.
Meer info
Uw vennootschap realiseert een winst (meerwaarde) ten gevolge van de verkoop van een investering? Laat die niet onmiddellijk belasten maar gespreid over verschillende jaren!
Vennootschappen waarin een meerwaarde wordt gerealiseerd ten gevolge van de verkoop van immateriële of materiële vaste activa, kunnen onder bepaalde voorwaarden kiezen om deze meerwaarde gespreid te laten belasten.
De gespreide belasting is enkel mogelijk voor een meerwaarde op een investering die minstens 5 jaar voor het beroep werd gebruikt. Men maakt een onderscheid tussen vrijwillig verwezenlijkte en gedwongen meerwaarden.
Meer info
De grondige hervorming van het vennootschapsrecht gaat gepaard met de invoering van het “Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen” (afgekort “WVV”).
Het aantal vennootschapsvormen wordt drastisch verminderd. Het huidig Wetboek van vennootschappen telt immers 18 vennootschapsvormen (inclusief de Europese vennootschappen). De invoering voorziet nog slechts 4 basisvormen
Meer info
De basisvoorwaarden om de optie tot verhuur van een gebouw met btw te kunnen uitoefenen blijven ongewijzigd:
Het moet gaan om een (gedeelte van) gebouw, eventueel met bijhorend terrein én de huurder moet een btw-plichtige zijn die het goed uitsluitend voor zijn btw-plichtige activiteit gebruikt. De huurder mag ook een vrijgestelde btw-plichtige zijn (bv. een dokter).
Onder een gedeelte van een gebouw wordt onder deze wetgeving verstaan een gedeelte dat economisch zelfstandig geëxploiteerd kan worden (verhuurd en gebruikt). Er moet van buitenaf toegang zijn tot de verhuurde ruimtes, zonder dat men hiervoor door ruimtes moet gaan die uitsluitend voor andere dan beroepsdoeleinden worden gebruikt.
Onder bijhorend terrein wordt verstaan het kadastraal perceel waarop het gebouw is opgericht en dat samen met het gebouw wordt verhuurd door eenzelfde persoon.
De optie om de verhuur aan btw te onderwerpen moet gezamenlijk worden uitgeoefend door de verhuurder en de huurder. Concrete modaliteiten zullen bij Koninklijk Besluit moeten worden vastgelegd. In de memorie van toelichting staat ter verduidelijking dat een pro fisco verklaring in de huurovereenkomst in principe hiertoe volstaat.
Meer info